huurder uitzetten wegens schade
Een huurder dient zich correct te gedragen. Dit houdt onder andere in dat hij – binnen de grenzen van het redelijke – dient te vermijden dat er schade aan het gehuurde pand ontstaat. Als het pand toch beschadigd raakt (en dit de huurder aangerekend kan worden) kan dat een reden zijn om de huurovereenkomst te ontbinden. Daarbij moet er onderscheid gemaakt worden tussen enkele verschillende scenario’s:
Onder omstandigheden kan schade aan het gehuurde pand een reden opleveren om de huurder uit het pand te zetten. Bespreek uw situatie vrijblijvend met onze juristen om te bezien wat uw mogelijkheden zijn.
Bestaande schade
Bij het aangaan van de huurovereenkomst heeft de huurder de verplichting om het pand grondig te onderzoeken en om eventuele schade te melden. Alle schade die de huurder daarbij over het hoofd ziet, komt in beginsel gewoon voor zijn eigen rekening. Als de huurder geen schade meldt bij aanvang van de huur, wordt er dus ook vanuit gegaan dat het pand onbeschadigd was toen hij het in gebruik nam (art 7:218 lid 3 BW) en dat alle schade die daarna wordt gemeld, door de huurder zelf is veroorzaakt of in ieder geval voor zijn rekening dient te komen.
Nieuwe schade
Als er ná het ingaan van de huur schade ontstaat aan het gehuurde pand en de huurder niet kan aantonen dat hij daar niet verantwoordelijk voor is, wordt er vanuit gegaan dat de huurder wanprestatie heeft gepleegd en komt die nieuwe schade sowieso voor zijn rekening. Dit geldt niet voor (1) schade aan de buitenzijde van het pand (aangezien de huurder daar doorgaans de oorzaak niet van zal kunnen kennen) en (2) brandschade (aangezien die doorgaans door de opstalverzekering van de verhuurder wordt gedekt en dus niet voor rekening van de huurder dient te komen). Alle overige vormen van schade vallen wél onder deze regel en komen dus wél voor rekening van de huurder (zodat ze dus óók een reden kunnen opleveren om de huurder uit het gehuurde pand te zetten).
Schade door derden
De huurder is aansprakelijk voor alle schade die wordt veroorzaakt door derden die hij heeft toegelaten tot het pand (art. 7:219). De Hoge Raad heeft bepaald dat het hier gaat om een risicoaansprakelijkheid. Dit houdt in dat het irrelevant is of de huurder schuld heeft aan de ontstane schade. Het feit dat hij de hoedanigheid van huurder heeft en de schadeveroorzakende derden heeft toegelaten tot het pand, is voldoende om tot aansprakelijkheid van de huurder te komen.
Huurder uitzetten wegens schade?
Het uitgangspunt is dat iedere wantprestatie van de zijde van de huurder een grond kan opleveren om de huurovereenkomst te ontbinden. Daarbij moet echter wel de kanttekening worden gemaakt dat de rechter kan beslissen dat ontbinding van de huurovereenkomst niet gerechtvaardigd is doordat de wanprestatie bijvoorbeeld weinig ernstig van aard of betekenis is. Als de huurder slechts beperkte schade heeft veroorzaakt (die gemakkelijk op zijn kosten hersteld zou kunnen worden) is de kans reëel dat de rechter een ontbinding niet noodzakelijk acht. In feite is het steeds van de omstandigheden van het geval afhankelijk of u uw huurder uit het gehuurde pand kunt zetten vanwege schade. Bespreek uw situatie daarom eens vrijblijvend met onze juristen om te bezien wat uw mogelijkheden zijn: